Als Lodi Deiman (1982) ergens geen spijt van heeft, dan is het wel dat ze vijf jaar geleden met man en drie zonen vanuit Utrecht terug is gekeerd naar geboortegrond. Na een jaar of twintig terug in Enschede.
Waar de huizen groter en betaalbaarder zijn, waar de lucht zoveel schoner is dat ademen ineens een stuk lichter gaat. Weg uit die ongelooflijke drukte met die vastgelopen huizenmarkt.
Sinds juni vorig jaar kan ze zich ook nog eens zakelijk directeur noemen van Theater Sonnevanck. Een gezelschap dat ze al kende als beleidsadviseur bij het ministerie van OC&W, waar ze werkte op de directie Erfgoed en Kunsten. Daar beheerde ze onder andere een aantal jeugdtheatergezelschappen. En in die sector had Sonnevanck zich voor haar altijd in positieve zin onderscheiden. Interessant, altijd alles op orde. En daar heerste ook nog eens een heel prettige werksfeer.
Dat Lodi Deiman in haar arbeidzame bestaan in de kunstsector terecht zou komen, kon iedereen zien aankomen. Als dochter van twee musici en met een opa die kunstschilder was, kon het bijna niet anders. Haar schooltijd – zowel de basisschool als het voortgezet onderwijs – kenmerkte zich door het haar regelmatig toegekende cultureel verlof. Haar moeder Diet Gerritsen, die later bekend werd als hoofdrolspeler in de serie Van Jonge Leu en Oale Groond, zong in het koor van de Nederlandse Reisopera. Ze ging als kind vaak mee naar de opera. Op een stoel naast degene die de boventitels verzorgde, zag ze bijna elke opera waarin moeder meedeed. En haar vader, componist – dirigent en pianist Frank Deiman nam haar en haar broer vaak mee naar zijn concerten en muziektheatervoorstellingen, verplichte kost.
En toen ze een jaar of negen was, wandelde Willem Wilmink ook nog eens haar leven binnen. De schrijver – dichter kwam in 1991 weer in Enschede wonen en raakte bevriend met het echtpaar Deiman – Gerritsen. ‘Ik zag hem als een soort bonus-opa. Elke dinsdag kwam hij bij ons om met mijn vader te repeteren voor zijn theaterprogramma. En heel vaak belde hij me vooraf op of ik misschien keelpijn had. En dan was het wel handig om ja te zeggen, want dan liep hij door de Lipperkerkstraat even langs de ijssalon om wat voor ons mee te nemen.’
Twintig jaar geleden vertrok ze naar Groningen om aan de universiteit Kunstbeleid & Management te studeren, studierichting muziek- en theaterwetenschappen. Haar drijfveer was om het voor de kunst- en cultuursector achter de schermen goed te regelen, met oog voor de sector én voor het publiek. ‘Ik zag hoe hard mijn ouders altijd werkten en ik dacht: aan de beleidskant kan het de sector wel gemakkelijker worden gemaakt.’
Als strategisch beleidsadviseur bij het ministerie van OC&W en de gemeente Enschede zette zij zich in voor een inclusieve cultuursector, met specifi ek aandacht voor cultuureducatie, talentontwikkeling, participatie en diversiteit. ‘Dat ik als kind zoveel met cultuur in aanraking ben geweest, was voor mij echt een verrijking. Dat gun ik ieder kind. Ik word zelf heel blij van voorstellingen over actuele maatschappelijke thema’s, die impact maken en die je blik op de wereld verbreden.’ Iets wat ook in de haarvaten van de voorstellingen van Sonnevanck zit en dan ook nog eens voor een heel mooie doelgroep.
Wat haar betreft zou de verhuizing naar het pand van het Oude V&D samen met Bibliotheek en Concordia een verrijking betekenen. ‘Daar hebben we letterlijk meer ruimte voor culturele samenwerking en talentontwikkeling. En dan is er gewoon praktisch gezien veel meer plek om in ons eigen theater jeugd, jongeren en gezinnen welkom te kunnen heten. En zo nog meer van betekenis voor de stad te zijn.’