Vanaf 1 december brengt Museum Bussemakerhuis in Borne een stukje Schotland naar Twente met de bijzondere expositie “Magisch Schotland: Clans, Tartans en Kilts.” Dit textiel museum, gevestigd in het enige overgebleven linnenhandelshuis van Nederland, vormt het perfecte decor.
Tot en met april 2025 staat Thijs Kemperink in de kleinere theaters met zijn nieuwe dialectshow. Zestig voorstellingen. Die worden eind december even onderbroken met zeven Eindejaarshows in het Wilminktheater in Enschede. Thijs is druk, dat geeft hem rust.
Door Ton Ouwehand – foto’s Annina Romita
Thijs Kemperink (42) is de rust zelve, ruim voor aanvang van een try-out van zijn nieuwe dialectvoorstelling Overdrieven ku’j best met nen Boot, zoekt hij een lichtknopje in de foyer van uitspanning De Buuren in Boekelo. Als hij het duister heeft opgeheven, vertelt hij dat het hem rust geeft, die volle agenda. Na de dialectvoorstellingen gaat hij volgend jaar kerstshows doen met De Muiters, het duo dat hij vormt met muzikant Erwin Nyhoff. En daarna komen er natuurlijk ook weer Eindejaarshows. En dan gaat hij voorjaar 2026 try-outen met een nieuwe landelijke voorstelling die in dat najaar in première gaat. En tussendoor doet hij nog van alles, columnist bij Tubantia, comedian, dagvoorzitter als dat zo uitkomt. En dan maakt hij met Ernest Beuving en André Manuel nog deel uit van het gezelschap Goeie Tukkers zijn geen Motherf*ckers.
ALBERGEN
Hij woont z’n hele leven in Albergen. Het ziet er niet naar uit dat daar verandering in komt. Cabaretier worden, verhalenverteller, leven van de humor, het was niet waar hij in zijn jeugd mee bezig was. Hij zat bij de fanfare en hij wilde drummer worden in een goede band, maar beroemd worden met die band, dat hoefde voor hem nou ook weer niet. Wel deed hij als kind al mee aan playbackwedstrijden. Altijd deed hij de Belgische komiek Urbanus na. Veel later begreep hij pas waarom hij nooit won. Hij playbackte helemaal niet, hij deed Urbanus gewoon na. En ja, stemmen imiteren, daar is hij nou eenmaal goed in. Hij weet nog dat hij een jaar of zeventien was en dat op een verjaardag iemand zei dat hij Ronald de Boer kon nadoen. Thijs hoorde het aan en zei: ‘Dat lijkt helemaal niet, dat kan veel beter.’ En hij liet vervolgens een levensechte Ronald de Boer horen. ‘Imiteren, dat lukte me goed. Ik kon bekende Nederlanders nadoen. Willibrord Frequin, Jos Brink, Maarten van Rossem, Piet Paulusma, Peter R. de Vries, dat soort mensen. Ik ben daarmee een keer op tv geweest bij Kopspijkers, Jack Spijkerman. En Dolf Jansen belde me elke vrijdagmiddag voor zijn programma op 3FM dan moest ik met de stem van een bekende Nederlander commentaar geven op een actuele zaak.’
Hij werkte in die tijd in het magazijn bij Voskamp bouwmaterialen. Dan moest hij zorgen dat hij in de buurt van de telefoon was als Dolf belde. Toen hij later promotie had gemaakt naar baliemedewerker was dat met die telefoon een stuk gemakkelijker. Bovendien had hij dan te maken met timmerlieden en bouwvakkers die altijd meenden gevat te moeten doen. En daar realiseerde Thijs zich dat hij die lieden behoorlijk van repliek kon dienen.
Hij zag Hans Teeuwen op tv en later Herman Finkers en Youp van ’t Hek. Maar de eerste die hem echt bij de kladden had was Harrie Jekkers, dat vond Thijs wel de meest beeldende verhalenverteller. ‘De eerste cabaretier die ik live zag was André Manuel. En nog steeds vind ik hem de grootste. We staan samen in de Eindejaars, we zitten allebei in Goeie Tukkers, maar ik kijk hoog tegen hem op. André denkt daar anders over. Hij noemt ons vakbroeders.’
Youp van ’t Hek nodigde hem uit voor een diner. Dan konden ze tijdens het eten mooi over het vak praten. Hij toont een filmpje dat Youp opnam: ‘Thijs Kemperink heb ik nooit zien optreden. Dat wil ik graag zou houden.’
Hij heeft wel wat opgestoken van Youp. Die vertelde dat hij zich vooral op zijn show moest richten en nuttige bijzaken aan specialisten moest overlaten. Zijn eerste regisseur Silvester Zwaneveld, leerde hem hoe hij zijn verhalen moest vertellen. Na vijf programma’s was het tijd voor een andere regisseur. Dat werd Pieter Bouwman, bekend van Radio Bergeijk en Mannen van de Radio met Hans Teeuwen. Die zette de opbouw van een programma weer in een ander perspectief. Kemperink en Bouwman maakten een programma: Halverwege. In september overleed Bouwman. ‘Ik was graag met hem doorgegaan, zeker omdat ik in mijn volgende programma een donkere kant van mezelf wil laten zien. Maar ik ga weer terug naar Silvester.
De door Laurens ten Den geregisseerde huidige dialectshow is gebaseerd op waargebeurde verhalen uit Albergen en omgeving. Thijs heeft ze gehoord of gevonden in oude dagboeken. Hij heeft hier en daar wat namen veranderd, om niemand in verlegenheid te brengen.
In de eerste scene komt hij op met zijn eerste trommel in het uniform van zijn oude muziekvereniging. ‘Toen ik op zoek ging naar zo’n uniform van vroeger, bleek ik het gewoon zelf nog op zolder te hebben. Gewoon vergeten in te leveren destijds.’